Springen maar!

Algemeen (per organisatie)

  • Duur – 15 minuten
  • Deelnemers – min. 6 / max. 12
  • Afmeting – Vrije ruimte

Materiaal

  • Touw groot 1x
  • Touw klein 6x
  • Pion 4x

Organisatie

De groep is verdeeld in 2 teams. En deze zijn verdeeld over de 2 verschillende touwspringoefeningen (kleine touwtjes en grote touw).

Aandachtspunten 

  • Volg het grote touw met je ogen en spring op het goede moment in.
  • Probeer bij het kleine springtouw een ritme te vinden. Rustig beginnen, hierna kan je het tempo opvoeren.

  

Plattegrond 

Oefenstof

Oefening

In één ronde worden 2 manieren van touwspringen uitgevoerd: met het kleine touw en met grote touw. Bij het kleine touw hebben alle spelers een eigen springtouw en maken ze zoveel mogelijk sprongen. Nadat de tijd gestopt is worden de punten bij elkaar opgeteld en dit totaal wordt gedeeld door 10. Bij bijvoorbeeld 120 sprongen zijn er dus 12 punten behaald.

Bij het grote touw springen de spelers steeds door het draaiende touw heen. Iedere goede sprong is een punt waard. De zwaaiers moeten goed samenwerken met de springers.