Gooien & vangen
Materiaal (per kind)
- Stip/onderzetter 1x
- Pittenzakjes/rolletje sokken 3x
Hoepel/Wasteil 1x - Pion/plastic fles 1x
- Ballon 4x
De organisatie
Laat kinderen tegelijk bij een oefening beginnen. Na 3 minuten wisselen de kinderen door naar de volgende oefening.
Aandachtspunten
- Kijken waar je naar toe gooit
- Gooi zowel met links als rechts
Plattegrond
(per oefening en totale kern)
Oefenstof
Oefening 1
Gooi de gekleurde kokosnoten (pittenzakjes) in de hoepel
Basis: Gooi onderhands het zakje in de hoepel
Eenvoudig: Gooi onderhands en verkort de afstand
Uitdagend: Gooi onderhands en vergroot de afstand
Oefening 2
Gooi tegen de gekleurde bomen aan
Basis: Gooi het zakje met de bovenhandse techniek tegen het blokje aan
Eenvoudig: Verklein de afstand tussen de stip en het blokje
Uitdagend: Vergroot de afstand tussen de stip en het blokje
Oefening 3
Houd de kokosnoot omhoog, anders valt de sap eruit!
Basis: Gooi en vang de ballon met twee handen
Eenvoudig: Gooi de ballon met twee handen en laat vallen
Uitdagend: Gooi met twee handen en ander kind vangt op