Kastiebal
Algemeen (per organisatie)
- Duur – 40 minuten
- Deelnemers – min. 6 / max. 12
- Afmeting – Van de rode dopjes: 5 bij 8 meter / Afstand tussen de groene en blauwe pionnen: 6 meter
Materiaal
- Lintje 6x (helft van het aantal deelnemers)
- Stip 4x (helft van het aantal deelnemers)
- Dopje 11x (7x rood, 4x blauw)
- Pion 6x (3x rood, 2x blauw, 1x groen)
- Bal (groot) 1x
- Fluitje 1x
Organisatie
Verdeel de kinderen in 2 teams (veldpartij en gooipartij). Het ene team staat in het veld en de kinderen uit het andere team staan op de stippen.
1 kind uit het veldpartij staat naast het blauwe vierkant. 1 kind uit de gooipartij staat klaar met de bal in het blauwe vak.
Aandachtspunten
- De kinderen die wachten van de gooipartij, staan op de stippen
- De kinderen van de veldpartij staan verspreid door het veld
Plattegrond
Oefenstof
Oefening
Een kind van de gooipartij gooit of schiet de bal het veld in vanuit het blauwe vierkant.
Regel: De bal moet eerst landen binnen het rode veld, de bal mag daarna wel uit het veld rollen.
Nadat de bal weggegooid- of geschoten is, probeert de gooier zo snel mogelijk een blauwe pion aan te raken voordat de bal weer terug is in het blauwe vierkant.
De loper mag ook ervoor kiezen om te pauzeren bij de groene pion en pas door te rennen naar de blauwe pion als zijn teamgenoot de bal wegspeelt.
Is de bal eerder in het blauwe vak dan dat de loper bij een groene of blauwe pion is? Dan is de loper af. Hij/zij legt een pion om. Bij 3 pionnen om, wisselen de veld- en gooipartij van functie. De spelleider gebruikt het fluitje om aan te geven wanneer de bal gespeeld mag worden en wanneer er een functiewissel is.
Je hebt als team een punt wanneer een kind na het aanraken van een blauwe pion weer terug komt bij de stippen.
Uitdagender voor de lopers:
- Blauwe pionnen verder weg zetten
- De veldpartij mag de bal tegen de gooier aangooien tijdens het rennen.
Ook dan is de gooier af en moet hij/zij een rode pion omleggen.