JONG / Knallen! – Kern

Stoeien

Algemeen (per organisatie)

  • Duur – 35 minuten
  • Deelnemers – min. 6 / max. 12
  • Afmeting – van een vak: 1,5 bij 1,5 meter

Materiaal

  • Fluitje 1x
  • Dopje 24x
  • Hoepel 1x
  • Bal (groot) 1x
  • Stip 2x
  • Touwtje 1x

Organisatie

Ieder tweetal start in een vak. Als er een oneven aantal is, dan maak je 1x een drietal.

Aandachtspunten 

  • Maak de tweetallen op basis van lichaamsgewicht- en lengte (schatting)
  • Als een kind ‘stop’ zegt, dat moet je stoppen

  

Plattegrond 

Oefenstof

Oefening

De tweetallen doen in een vak een wedstrijd tegen elkaar.
Het spelletje binnen dat vak kan het tweetal herhaaldelijk spelen.
Het zijn korte spelletje waar iedere keer een winnaar uitkomt.
De punten die je per vak haalt, tel je als individu op.

Na 5 minuten fluit de spelleider. Dit is het teken om met je tweetal het spel waar je nog mee bezig bent af te maken. Het kind dat de meeste punten heeft gehaald bij dat spel, heeft dat onderdeel gewonnen.
Daarna wissel je door naar het volgende spel. Dit speel je weer herhaaldelijk en je telt weer je punten op.

Wanneer de tweetallen alle spellen hebben gedaan, spelen zij alle spellen nog een keer.

Spel 1: voet in de hoepel
Pak elkaars polsen. Tussen jullie in ligt een hoepel.
Het kind dat de ander met 1 voet in de hoepel krijgt, heeft een punt.

Spel 2: bal afpakken
Jullie zitten allebei op je knieën.
Eén van jullie beschermt een bal en telt tot 20 sec. De ander probeert de bal in die tijd af te pakken. Lukt dat? Dan heb je een punt? Lukt dat niet, dan heeft niemand een punt.
Wissel daarna van functie.

Spel 3: uit het vak duwen
Jullie zitten allebei op je knieën met jullie rug tegen elkaar.
Jullie tellen samen af van 3 naar 0. Bij 0 draaien jullie je om en starten het spel.
Wie de ander als eerste uit het vierkant duwt, heeft een punt.

Spel 4: van stip trekken
Jullie staan beide op een stip op 1 been.
Houd met 1 hand elkaars pols vast.
Wie het lukt om het andere kind uit balans te trekken, heeft een punt.

Spel 5: voet op touw
Pak elkaars polsen. Tussen jullie in ligt een touwtje.
Het kind dat de ander met 1 voet op het touwtje krijgt, heeft een punt.

Spel 6: tenentikkertje
Jullie zitten allebei op je knieën met jullie rug tegen elkaar.
Jullie tellen samen af van 3 naar 0. Bij 0 draaien jullie je om en starten het spel.
Wie de ander als eerste op zijn teen tikt, heeft een punt.