Inleiding

Banaan, banaan Arieee!

Materiaal

  • Stip 5x

De organisatie

Alle kinderen en de spelleider zitten op een stip in de kring. Het kind dat buiten de kring staat, mag Arie de Aap vasthouden.

  • Let op de afmeting van de cirkel.
  • Grote kring = veel rennen, kleine kring = minder rennen



Plattegrond

Oefenstof

De oefening

Alle kinderen zitten in een kring op een stip. Buiten de kring loopt een kind (A). Hij/zij tikt alle kinderen waar hij langs komt zachtjes op het hoofd en zegt daarbij steeds het woord ‘banaan’. Na een aantal keren zegt kind A opeens ‘Arie!’. Kind A rent weg en het kind dat aangetikt is (B) met ‘Arie’ springt op en probeert kind A te tikken. Kind A moet een heel rondje om de kring rennen totdat hij/zij op de stip van kind B is. Als dat lukt zonder getikt te worden, mag kind B als volgende om de kring lopen en alle kinderen zachtjes op hun hoofd tikken.