Afsluiting

De (water)bom!

Materiaal

  • Stip 5x
  • Bal 1x

De organisatie

Alle kinderen staan in een cirkel op een stip waarvan 1 met een bal. 1 kind zit met zijn ogen dicht in het midden van de cirkel op een stip.

Aandachtspunten

  • Zorg dat er genoeg ruimte tussen de stippen is
  • De bal moet gegeven worden, dus niet gooien
  • Als je af bent moet je je benen plat, bij elkaar en gestrekt op de grond leggenAnders kunnen de kinderen die erover springen struikelen



Plattegrond

Oefenstof

De oefening

Het kind in het midden gaat in zichzelf tellen tot 30 met zijn ogen dicht. Ondertussen geven de andere kinderen de waterbom/strandbal door in de kring.

Als het kind dat telt bij 10 is, moet hij 1 arm opzij doen. Bij 20 tellen doet hij zijn andere arm ook opzij. Als hij bij 30 is, dan doet hij zijn ogen open en roep heel hard: ‘BOEM!’.

Het kind dat op dat moment de bal heeft, is af. Hij/zij moet gaan zitten op de stip met zijn benen naar voren. Daarna wordt het spel nog een keer gespeeld.

Als je nu de bal aan de volgende moet geven, maar diegene zit op de grond, dan moet je eerst over de benen heen springen voordat je de bal doorgeeft.

Wie blijft er als laatste over?