Zeeslag

Algemeen (per organisatie)

  • Duur – 20 minuten
  • Deelnemers – min. 6 / max. 12
  • Afmeting – Twee vakken van 10 bij 6 meter

Materiaal

  • Pion/Bucket 10x
  • Dopje 12x
  • Hoepel 12x
  • Bal 4x 

Organisatie

De kinderen staan in hun eigen vak en van daaruit moeten zij mikken naar het andere vak

Aandachtspunten 

  • Er mag alleen onderhands gegooid worden
  • Een gegooide bal mag niet verdedigd worden

  

Plattegrond 

Oefenstof

Oefening

De kinderen leggen in hun eigen vak de hoepel op een willekeurige plaats, dit zijn de schepen. Wanneer de schepen op de gewenste plek liggen geeft de spelleider aan dat er begonnen kan worden. De kinderen gooien naar de overkant en hopen hierbij de schepen van tegenstander te raken. Gaat de bal in de hoepel? Dan is het schip direct gezonken en moet deze uit het spel. Gaat de bal op de rand van de hoepel dan is het schip kapot, maar nog niet gezonken. In deze hoepel wordt een dopje gelegd en wanneer de bal dan nog eens op deze hoepelrand komt, dan zinkt ie alsnog en gaat ook deze hoepel het spel uit. Uiteindelijk wint het team dat alle schepen van de tegenstander heeft weggespeeld.

Uitbouw 8+:

  • Een schip dat geraakt wordt gaat niet het spel uit, maar wordt gekaapt en mag aan de eigen kant worden neergezet. Het doel is om alle schepen van de tegenpartij aan de eigen zijde te krijgen.