Oefening

1. Alle kinderen staan in een cirkel met de gezichten naar elkaar toe. Elk kind steekt de rechterhand uit en grijpt willekeurig een rechterhand vast (niet die van de buurman/vrouw). Hetzelfde gebeurt nu met de linkerhand. Nu begint de samenwerkingsopdracht pas: we proberen samen een of meerdere cirkels te vormen. Loslaten is niet toegestaan.
2. Maak 2 groepen (minimaal 5 kinderen per groep) en maak er een wedstrijd van. Welke groep heeft als eerste de cirkel(s) gevormd?
3. Alle kinderen gaan hand in hand in een cirkel staan. De spelleider wijst een captain aan die de knoop moet gaan oplossen. De captain mag even niet kijken wanneer de spelleider de kinderen over elkaar en door elkaar heen loodst tot zich een mooie knoop ontstaat. Het is nu aan de captain op de knoop op te lossen.
4. Maak 2 groepen (minimaal 5 kinderen per groep) en maak er een wedstrijd van. Welke captain lost als eerste met zijn groep de knoop op. NB! De captain bepaalt wat er gebeurt, groepsleden mogen alleen bewegen wanneer zijn opdracht van de captain krijgen.