4 doelen basketbal

Algemeen (per organisatie)

  • Duur – 15 minuten
  • Deelnemers – min. 6 / max. 12
  • Afmeting – vak van 20 bij 10 meter

Materiaal

  • Bal 1x
  • Dopje 18x (8x blauw, 8x rood, 2x geel)
  • Hoepel 4x (2x blauw, 2x rood)

Organisatie

De groep wordt in teams verdeeld en spelen in het aangegeven vak.

Aandachtspunten 

  • Niet lopen met de bal in je hand.
  • Dribbelen mag, maximaal 5 passen/stuiters.
  • Geen lichamelijk contact
  • Bal mag niet uit de handen worden gepakt of geslagen.
  • Wanneer de bal over de zijlijn is, dan mag de andere partij de bal uitnemen.

  

Plattegrond 

Oefenstof

Oefening

Twee teams strijden tegen elkaar. Van beide teams staan er 2 spelers in de scoringsvakken, zij houden de hoepel vast en vormen het doel voor hun team. Ieder team kan dus op 2 doelen scoren. Na een bepaalde tijd (bijv. 2 minuten) wisselen de spelers vanuit het scoringsvak met een medespeler uit het veld. De spelleider begeleidt het spel volgens de spelregels.

Uitbouw 8+: de kinderen mogen de bal niet teruggooien naar de speler van wie het ontvangen hebben (dit om het vrijlopen te bevorderen)