Activiteit 1
Dierentikkertje
Instructievideo
Organisatie
De kinderen spelen in het aangegeven vak
Aandachtspunten
- Pas op voor botsen
- Belangrijk dat de kinderen weten welk dier zij na gaan doen, benoem dit goed
Oefening
De kinderen staan verspreid over het speelveld. Eén kind wordt aangewezen als de “tikker” en moet andere kinderen proberen te tikken. Er zijn 2 kleuren lintjes; oranje en blauw. Iedere kleur heeft zijn eigen dieren.
Oranje = kikker, leeuw, vogel, olifant, bij, paard.
Blauw = koe, schildpad, hond, slang, aap, pinguïn.
Nadat het kind getikt is moet het eerste een lintje halen bij de spelleider, om duidelijk aan de rest van de kinderen aan te geven dat het kind ook mag tikken. De spelleider staat aan de zijkant met een goed overzicht van het veld en geeft het startsein.
Voorbeelden van de dieren, beweging en geluid:
Kikker | Beweging: Springen met beide benen. | Geluid: “Kwaak, kwaak!” |
Leeuw | Beweging: Lopen met een krachtige houding en af en toe “brullen”. | Geluid: “Roar!” |
Vogel | Beweging: Vliegen met gespreide armen en af en toe fladderen. | Geluid: “Tsjilp, tsjilp!” |
Olifant | Beweging: Lopen met lange stappen, met een arm als een slurf bewegen. | Geluid: “Toet, toet!” |
Koningin bij | Beweging: Huppelen van bloem naar bloem. | Geluid: “Buzz, buzz!” |
Zebra | Beweging: Lopen met een wiggelende heupbeweging (zoals een zigzag). | Geluid: “Brrr, brrr!” |
Koe | Beweging: Voorzichtig lopen en af en toe een “melk” beweging maken met een hand. | Geluid: “Muuuu!” |
Schildpad | Beweging: Langzaam en met kleine stappen bewegen. | Geluid: Stil (of een “geel” geluid). |
Hond | Beweging: Rondspringen of rennen met een kwispelende staart. | Geluid: “Woef, woef!” |
Slang | Beweging: Op de buik “kruipen” of zich voortbewegen met een golvende beweging. | Geluid: “Sss, sss!” |
Aap | Beweging: Klimmen en schommelen (neem een paar sprongetjes). | Geluid: “Oeoeh, aah!” |
Pinguïn | Beweging: Waggelen met de benen dicht bij elkaar. | Geluid: “Waa, waa!” |
Plattegrond

Algemeen (per organisatie)
- Deelnemers – min. 6 / max. 12
- Afmeting – vak van 15 x 15 meter
Materiaal
- Dopje 15x
- Fluitje 1x
- Lintje 12x
Activiteit 2
Leeuw in het hok
Instructievideo
Organisatie
De tikker start in het leeuwenhok en de kinderen starten achter de startlijn
Aandachtspunten
Er mogen steeds maar 2 kinderen tegelijk oversteken
Oefening
De kinderen starten allemaal achter de startlijn, en de spelleider geeft een seintje wanneer een tweetal mag starten. Het spel wordt gespeeld totdat de pittenzakjes op zijn. De kinderen mogen per oversteek 1 pittenzakje (stukje vlees) meenemen. Wanneer zij door het gele vak van de leeuw lopen kunnen zij door del leeuw getikt worden. Gebeurt dit dan moeten zij het stukje vlees in het rode vak van de leeuw gooien.
Wanneer het lukt om zonder getikt te worden de oversteek te maken, dan wordt deze op het bord van de kinderen gelegd, dus in het blauwe vak. Aan het eind wordt geteld hoeveel pittenzakjes verdiend zijn door de leeuw en door de kinderen.
Plattegrond

Algemeen (per organisatie)
- Deelnemers – min. 6 / max. 12
- Afmeting – grote vak 20 bij 5 meter / Leeuwenvak 4 bij 5 meter
Materiaal
- Bucket 12x
- Pittenzakjes (allemaal)
- Lintje 1x
Activiteit 3
Douanespel
Instructievideo
Organisatie
De groep wordt in twee teams verdeeld: De dieven en de douane
Aandachtspunten
- De kinderen mogen alleen tikken met de hand
- Kijk uit waar je loopt
- Het is verboden om buiten het speelveld te stappen
Oefening
De dieven starten het spel achter de startijn en de douane start in het speelveld. De dieven proberen zoveel mogelijk goudstukken (dopjes pittenzakjes) naar de kluis (hoepel) te brengen, aan de overkant van het speelveld. De douane probeert te stoppen door de dieven te tikken.
Wordt een dief getikt dan stapt hij/zij uit het speelveld en start weer op nieuw vanaf de startlijn
Haalt een dief, zonder getikt te worden, de overkant dan legt hij/zij de buit in de hoepel en loopt buitenom terug om het opnieuw te proberen.
Na 7 minuten wordt de inhoud van de kluis geteld en vervolgens worden de rollen omgedraaid.
Spel hierna het spel nog een keer en probeer meer punten te halen dan de vorige ronde.
Plattegrond

Algemeen (per organisatie)
- Deelnemers – min. 6 / max. 12
- Afmeting – vak van 15 bij 10 meter
Materiaal
- Bucket 6x
- Dopjes (allemaal)
- Pittenzakjes (allemaal)
- Hoepel 2x
- Lintje 6x (de helft van de deelnemers draagt een lintje)